Colleges 2022
De Hoogeerwaarde Grootmeester
Leonard Jonkers zal de collegereeks openen.
10.15 -
Autonomie en autonoom denken, een begripsbepaling.
Prof. dr. Geertjan Overbeek
21 September
2022
Ethisch denken door de eeuwen heen, religieus heteronoom versus autonoom seculier.
Prof. dr. Ab de Jong
5 Oktober
2022
Autonomie, de morele maat en de ondermijning van het gezag.
Prof. dr. Gabriel van den Brink
19 Oktober
2022
Zelfbeschikking en ethische begrenzing, over euthanasie en mensenrechten
Mr. Boris Dittrich.
2 November
2022
Autonomie in een wereld van Big Tech en kunstmatige intelligentie.
Drs. Rik Roelfzema
16 November
2022
Vrijmetselarij: Autonomie in maçonnieke symbolen en rituelen.
Drs. Dick Kruijssen
Abstracts + CV's docenten
​Woensdag 7 september - Prof. dr. Geertjan Overbeek
1. Autonomie en autonoom denken, een begripsbepaling.
In het openingscollege worden we vertrouwd gemaakt met de basale begrippen en specifieke voorwaarden om een eigen levensweg, gebaseerd op eigen waarden en op datgene wat men zelf als zinvol ervaart, te kunnen bepalen. De kinderjaren, met name de puberteit en adolescentie spelen daarin een belangrijke rol. In het college zal ingegaan worden op de ontwikkeling van persoonlijke autonomie bij adolescenten, en met name haar verhouding t.o. v. sociale invloeden en druk van buitenaf (met name van ouders en binnen de groep leeftijdgenoten). Autonomie heeft ook zo zijn beperkingen en de vrijheid die impliciet bij autonomie hoort is voor jongeren soms moeilijk te navigeren—het ontwikkelen van een eigen identiteit met eigen levenskeuzes gaat niet zonder slag of stoot. Enkele vragen die hierbij aan de orde komen zijn: In welke mate hebben adolescenten behoefte aan sturing? Hoe kunnen ouders het beste de ‘vaardigheid’ autonomie van hun kinderen ondersteunen? En wat zijn eigenlijk de gevolgen als de behoefte aan zelfdeterminatie bij adolescenten niet kan worden vervuld? Autonoom zijn is een van de drie hoofdkenmerken die nodig zijn om een gelukkig leven te kunnen leiden en, bij het voortschrijden der jaren, om te kunnen kijken naar een geslaagd leven. Een belangrijke bijdrage dus aan wat Charles Taylor de “volheid” van het leven noemt.
​
Immanuel Kant (1724-1804) beschrijft in 1784 wat hij onder Verlichting verstaat: de mens leert ZELF nadenken, los van opgelegde systemen. Kant onderscheidt ‘een - bijna - onbeperkt openlijk gebruik van de rede’ als wetenschappelijke vrijheid en een door maatschappelijke contexten ingeperkte ‘privégebruik’. Kant maakt duidelijk dat Verlichting schippert tussen totale vrijheid en vrij gekozen verplichtingen.
Søren Kierkegaard (1813-1855) concludeert dat vrije wil en vrijheid voor de mens existentiële grondvoorwaarden zijn en dat het individualisme in Europa daarop gebaseerd is. In andere culturen en religies, zo stelt hij, wordt er juist naar gestreefd om het individuele uit te schakelen of te verminderen om op juiste wijze te kunnen participeren in de coöperatieve samenleving.
Het levensdoel van de mens is volgens Kierkegaard het streven om een authentiek en autonoom zelf te worden met zelfbewustzijn en een vrije wil. En dat gaat niet vanzelf want dat vereist individuele zelfstandigheid, zelfverantwoordelijkheid en moreel inzicht. Hoewel het wel vaststaat dat een autonoom leven een belangrijke voorwaarde is om een zinvol en gelukkig leven te kunnen leiden is het helaas niet zo dat het leiden van een autonoom leven altijd een gelukkig leven betekent, daarvoor is meer nodig!
Lit. Beate Rössler, Autonomie, een essay over het vervulde leven. ISBN 978 90 244 1919 7
Miriam Rasch, Autonomie, Een zelfhulpgids. ISBN 978 90 446 5071 6
Damiaan Denys, Onze adembenemende autonomie. ISBN 978 90 388 1105 5 (verschijnt in sept. 2022)
Woensdag 21 september - Prof. dr. Ab de Jong
​
​
​
​
​2. Ethisch denken door de eeuwen heen, religieus heteronoom versus autonoom
Het christendom is een van de weinige godsdiensten die ieder mens persoonlijk verantwoordelijk houdt voor de eigen daden. In tegenspraak daarmee lijken haar dogma’s en doctrines, uitingen van een heteronome invalshoek waardoor zelfverantwoordelijkheid begrensd wordt. Morele voorschriften kunnen heteronoom of autonoom zijn: een religieuze, door god geboden vorm of een autonome met een – areligieuze – universele grondslag. Vanuit het perspectief van de morele autonomie zijn niet alle religieuze geboden acceptabel: het “dood de ketter en vermoord de afvallige” is daar een voorbeeld van.
Individuele autonomie is gekoppeld aan de westerse christelijke cultuur. We weten echter ook dat de Abrahamitische godsdiensten, judaïsme, christendom en islam, sterk leunen op het geloof dat de toekomst in Gods hand ligt. Dat roept de paradoxale vraag op in hoeverre je autonoom kunt zijn in een christelijke godsdienstige context. Het hindoeïsme en boeddhisme gaan met haar normen en regels volgens de universele wetten van de menselijke natuur daarentegen uit van persoonlijk karma, de som van goed en kwaad, dat de kwaliteit van de volgende reïncarnatie bepaalt. Deze visie lijkt beter te passen bij een autonome ontwikkeling dan de christelijke heteronome invalshoek. Hoe ligt de verhouding autonomie-heteronomie in andere geloven en levensbeschouwingen zoals het zoroastrisme, taoïsme en confusionisme? Is de ontwikkeling van onze maatschappij naar individuele zelfstandigheid, zelfbeschikking en zelfverantwoordelijkheid verenigbaar met een christelijk godsgeloof en heteronome morele voorschriften op een religieuze grondslag? De vrijmetselarij stimuleert haar leden wereldwijd zich te ontwikkelen tot zelfstandig denkende mensen die zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid voor het eigen handelen. Is dat te verenigen met het christendom cq. judaïsme, islam, oosterse godsdiensten en hun levensbeschouwingen?
Lit. Paul Cliteur, Het monotheïstisch dilemma, ISBN 978 90 295 7354 2
Erik Meganck, Religieus Atheïsme ISBN 978 94 634 0294 1
Taede A. Smedes, God, Iets of Niets ISBN 9789462983137
​
Woensdag 5 oktober - Prof. dr. Gabriel van den Brink
​
​
​
3. Autonomie, de morele maat en de ondermijning van het gezag.
‘Vrije meningsuiting’ is de nieuwe heilige graal in onze moderne westerse maatschappij. Alles moet gezegd kunnen worden en iedereen moet de grofste beledigingen kunnen incasseren. Empathie is te vaak te ver te zoeken en dat niet alleen ten opzichte van onbekenden op straat, maar ook in onze – pseudo – ambtelijke apparaten zoals belastingdienst, de Groningse aardbevingsproblematiek en het parlement waar hoffelijkheid en respect steeds meer uit het oog worden verloren.
Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw is het neo-liberale denken dominant geworden. Ook in Nederland is gekozen voor deregulering, privatisering, marktwerking en wereldwijde vrijhandel. Dat heeft voordelen gebracht maar ook groeiende ongelijkheid, meer asociaal gedrag en een breed gedragen gevoel van uitholling van de samenleving.
Morele kwesties hebben in het openbare leven van dit neoliberale tijdperk nauwelijks een rol gespeeld. De moraal was: we zijn van kerk, geloof, politiek en ook van de familie af dus we bepalen zelf wat goed en kwaad is. En dat heeft ons leven steeds meer tot een individuele aangelegenheid gemaakt. Deze individualisering van de postmoderne mens staat op gespannen voet met de onderwerping aan ‘hogere machten’ zoals van religies, ideologieën en het gezag van overheden. Deze morele ‘richtingbepalers’ uit het verleden hebben afgedaan, naar nieuwe wegen zijn we nog zoekende en dat gaat gepaard met weerstand wat strijd en polarisatie oproept.
In de afgelopen paar jaar is, mede door de covid-pandemie, het afwijzen van gezag zichtbaarder geworden. De Australische hoogleraar psychologie Matthew Browne wijst erop dat “afwijzing van vaccinaties gerelateerd is aan psychosociale factoren” zoals afkeer van gezag, onconventionele opstelling en twijfel aan de ‘spirituele oriëntatie’ in het leven. Als een reactie daarop zien we het opkomen van moderne religieuze stromingen zoals religieus atheïsme, humanisme en naturalisme. Opmerkelijk daarbij is dat er in het grensgebied tussen de oude en nieuwe religieuze denominaties er een vermenging van gezichtspunten aan het ontstaan is.
Lit. Gabriel van den Brink, Heilige Geest (2022) ISBN 978 90 562 5506 0
Gabriel van den Brink, Ruw ontwaken uit de neoliberale droom (2020) ISBN 978 90 446 4278 0
Erik Meganck - Religieus Atheïsme (2021) ISBN 978 94 634 0294 1
​Woensdag 19 oktober - Mr. Boris Dittrich
​
​
​
​
4. Zelfbeschikking en ethische begrenzing, over euthanasie en mensenrechten.
Bij vrijheid van denken en handelen gaan onze gedachten meestal vooral uit naar de positieve of negatieve gevolgen voor wat Levinas “de Ander” noemt. Immers, de overheid heeft de grondwettelijke taak iedere burger te beschermen tegen fysieke of geestelijke beschadiging. Maar heeft de overheid die taak ook wanneer het individu niet beschermd wil worden of als haar bemoeienis essentiële waarden van het individu aantasten? In hoeverre botst het begrenzen van zelfbeschikking met persoonlijke vrijheid?
Regels die de medemens beschermen zijn grotendeels wettelijk vastgelegd en de overheid heeft zich in haar grondwettelijke beschermingstaak zich daarnaar te richten. De taak van de overheid bij geestelijk en/of lichamelijk geweld dat zich op het individu zelf richt is echter nog in ontwikkeling.
Euthanasie, suïcide en abortus zijn bij uitstek voorbeelden van begrenzing van zelfbeschikking door wettelijke vastgelegde en door de overheid gehandhaafde regels. Complicerend hierbij is dat in een democratie ethische normen en waarden van gelovigen en andersdenkenden wetgevende invloed kunnen hebben op de zelfbeschikking van het eigen lichaam. Het betekent dat we over wat bij uitstek als het meest eigene van ons als mens is niet altijd naar eigen inzicht kunnen en mogen beschikken.
Mensenrechten zijn gericht op belemmeringen en beperkingen die die vrijheidsconcepten van “de Ander” aantasten. Concepten hierover vinden we al terug bij de grondlegger van de politieke filosofie Thomas Hobbes (1581-1679), van tolerantie John Locke (1632-1704) en van het utilitarisme John Stuart Mill (1806-1873). Mensenrechten kunnen echter ook misbruikt worden: een voorbeeld daarvan is haat zaaien en discrimineren met een beroep op vrijheid van meningsuiting. Tegenwoordig is de ontkenning van homoseksualiteit als seksuele oriëntatie een misdrijf tegen de medemenselijkheid. In Nederland wordt momenteel hard gewerkt aan gelijke rechten voor transgenders. Ook discriminatie op basis van verschil in etniciteit is nog steeds een groot probleem. Weliswaar zijn mensenrechten door wetten en verklaringen steeds meer geformaliseerd maar dat wil nog niet zeggen dat de rechten van minderheden overal geaccepteerd worden. Wat de interpretaties en toelichtingen omtrent gelijkwaardigheid van de mens betreft kennen we de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVMR) die door de VN in 1948 is vastgelegd. De bekendste organisaties op het gebied van Mensenrechten zijn Human Rights Watch en Amnesty International.
Lit. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, zie internet
Marli Huijer - De toekomst van het sterven (2022) ISBN 9789493256842
​
Woensdag 2 november - Drs. Rik Roelfzema
​
​
​
5. Autonomie in een wereld van Big Tech en kunstmatige intelligentie
Kunstmatig intelligentie is de grensverleggende techniek die tracht de natuurlijke grenzen van het menselijk bestaan te ontdekken en op te rekken. Daaraan kleven grote biologische en ethische problemen. Stephen Hawking (1942-2018) stelde kort voor zijn dood zelfs dat de ontwikkeling van volledig kunstmatige intelligentie het einde van het menselijk geslacht kan betekenen omdat het zich met steeds toenemende snelheid zou kunnen herontwerpen.
Al in 1954 voorspelde de Franse techniekfilosoof Jacques Ellul de onvermijdelijke opdringerigheid van het verschijnsel techniek. Hij definieerde techniek als ‘de totaliteit van rationele methoden die de hoogst mogelijke mate van efficiëntie bezitten op ieder terrein van de menselijke activiteit’.
Wat betekent dit gedachtengoed van Ellul voor de moderne tijd waarin Artificiële Intelligentie ons leven definitief zal gaan veranderen?
Gaan we heen en weer geslingerd worden tussen de optimisten over de vertechnologisering van ons bestaan (o.a. Kurtzweil) en de pessimisten daarover (o.a. Schnitzler en Hartmut Rosa)? Zonnige eschatologische vergezichten waarin veroudering niet meer zal bestaan en de dood definitief uitgesteld zal kunnen worden kleuren het gedachtengoed van de optimisten. De pessimisten daarentegen schetsen een onthutsend beeld van de moderne mens want in zo’n kleine twintig jaar hebben de Big Tech bedrijven ons individueel in de val van uitgekiende algoritmes laten lopen. Met onze onbewuste medewerking hypnotiseren deze data-monopolisten ons in een bubbel waarin niemand meer tegenspreekt.
Is er nog een toekomst voor de autonome mens? Zijn er grenzen van ethische aard met betrekking tot de Kunstmatig Intelligente Robots die met robotstofzuigers reeds aan de poorten van ons veilig en overzichtelijk bestaan rammelen? Of gaan over zo’n twintig jaar de Strong Artificial Intelligence Robots ons de maat nemen?
Lit. Stephen Hawking, De Antwoorden op de Grote Vragen. ISBN 97 890 003 6504 3, na
zijn dood in 2018 uitgegeven, hoofdstuk 15; Zal kunstmatige intelligentie slimmer worden dan wij?
Mo Gawdat, Griezelig slim (2021), (de impact van kunstmatige intelligentie op ons leven), ISBN 978949309571 7
Hartmut Rosa - Leven in tijden van versnelling (2016), ISBN 97 890 895 3465 1
Hans Schnitzler - Wij Nihilisten (een zoektocht naar de geest van digitalisering) (2021) ISBN 9789403138015
​
Woensdag 16 november - Drs. Dick Kruijssen
​
​
6. Vrijmetselarij: Autonomie in maçonnieke symbolen en rituelen.
De twee hoofddoelen van de vrijmetselarij staan in de grondwet van de Orde omschreven als het werken aan persoonlijke vorming en het naar vermogen bijdragen aan een betere wereld. Door het vorm geven aan het eigen morele en spirituele leven zal de vrijmetselaar zich ontwikkelen tot een “beter mens”. Dit ‘ontwikkelingsproces’ wordt al vanaf de jaren veertig van de 18e eeuw verzinnebeeld door symbolen die individualisatie (de “Freestone”/“Ashlar” of Ruwe Steen), groei naar “volmaakte” mens (de Kubieke Steen) en “het architect zijn van het eigen leven” (het Tekenbord) symboliseren. Op het tableau zijn deze symbolen geplaatst rondom de zinnebeeldige ‘Binnenkamer”, de plaats waar het bewustwordingsproces zich afspeelt en waarvan de deur door de vrijmetselaar zelf geopend dient te worden.
Een belangrijk doel van de vrijmetselarij is het vorm geven van ieders eigen morele en spirituele leven, groei tot “beter mens”. In zijn meesterwerk “Een seculiere Tijd” noemt de beroemde katholieke filosoof Charles Taylor deze groei de ontwikkeling naar ‘volheid van het leven’. Hij bedoelt daarmee dat het leven voller, rijker, toleranter, intenser, inspirerender, ontroerender, bewonderenswaardiger, respectabeler, oprechter en andere positieve aspecten zou moeten hebben dan het nu heeft. Hij stelt dat zo’n ontwikkeling de weg wijst naar een oprechter en positiever leven wat daardoor méér de moeite waard zal worden. Naast deze morele, spirituele en emotionele verrijking noemt hij ook ‘verwondering’ waarbij hij als voorbeeld een natuurervaring beschrijft. Meestal, zegt Taylor, verwijzen gelovigen dan naar ‘God’, naar iets wat het menselijk leven en/of de natuur te boven gaat. Maar in feite verwijzen zij naar iets wat nog niet begrepen wordt en daarom moeilijk verwoord kan worden. Want de mens is altijd blijven zoeken naar antwoorden op dat wat men niet kan vatten en met de beschikbare kennis niet kan verklaren. En om die onbegrijpelijke zaken vorm en structuur te geven is het gebruik van symbolische en metaforisch taal traditie wat in het bijzonder voor de vrijmetselarij geldt.
Je leven inrichten naar eigen morele en spirituele principes is een nooit eindigend levenswerk. Bovendien is volledige autonomie een utopie, ook omdat we ingebed zijn in een sociale en culturele structuur die eisen stelt om een samenleving leefbaar te maken c.q. te houden. Het neemt niet weg dat een persoonlijke autonomie zelfs in de wreedste dictaturen mogelijk blijkt te zijn.
Hoewel de vrijmetselarij streeft naar een persoonlijke ontwikkeling naar autonomie werpt ze met haar opgelegde, dus heteronome regels wel struikelblokken op. Maar zij die een ware persoonlijke autonomie bezitten zullen zich door regels en voorwaarden nooit laten overrulen. Dat zou immers in tegenspraak zijn met het “Getrouw aan Zichzelf”, de aan de vrijmetselaar toegedachte levensvisie, gesymboliseerd door het leggen van een witte roos die gelegd wordt bij onze afreis naar het Eeuwige Oosten.
Lit. Beate Rössler, Autonomie, een essay over het vervulde leven. ISBN 97 890 244 1919 7
Charles Taylor, Een seculiere tijd, ISBN 97 890 477 0157 6
Luc Crevits, Mythen, Riten en Symbolen, over de maçonnieke methode. ISBN 97 890 571 8621 9
Rik Pinxten, Vrijmetselarij. Een antropologische weg. ISBN 97 890 571 8990 6
Rik Pinxten, Schoon protest want er is wel een alternatief ISBN 97 894 626 7009 9
​
CV’s Docenten 2022
In volgorde van de collegedata
College 7 sept. 2022
Prof. dr. Geertjan Overbeek (1975) is sinds 2013 hoogleraar algemene pedagogiek
aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de UvA.
Zijn onderzoeksgebied concentreert zich op de rol van opvoeding op het gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en adolescenten. Hij heeft bijzondere expertise op het gebied van de invloeden die op de ontwikkeling van kind naar volwassenheid een rol spelen. Vooral ouder-kind interacties en interacties met leeftijdsgenoten blijken een belangrijke rol te spelen in de ontwikkeling van zelfstandigheid, oordeelsvorming, pro-sociaal gedrag maar ook criminaliteit.
Overbeek ontving verschillende onderzoeksprijzen en onderzoekssubsidies, waaronder een Veni- en Vidi-subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Hij heeft veel gepubliceerd in psychologische en psychiatrische wetenschappelijke tijdschriften waaronder Journal of Child Psychology and Psychiatry. In 2011 en 2013 werd hij achtereenvolgens op de Universiteit Utrecht en Universiteit van Amsterdam verkozen tot docent van het jaar. Overbeek zit in de uitvoerende raad van de European Association for Research on Adolescence (EARA) en is betrokken bij postdoctoraal onderwijs voor klinisch psychologen en orthopedagogen.
College 21 sept. 2022
Prof. dr. A.F (Ab) de Jong (1966) is hoogleraar vergelijkende godsdienstwetenschappen. Zijn specialiteit is de geschiedenis van godsdiensten in de oude wereld. Hij studeerde theologie, Perzische godsdiensten en oude en Middeleeuwse Iraanse talen (Londen) en promoveerde op Zoroastrisme in de Griekse en Latijnse literatuur. Zijn research focust zich op de religieuze geschiedenis van Iran. Hij is een groot kenner van het Zoroastrisme. Zijn huidige researchproject is ‘De religieuze geschiedenis van het Sassanidische Keizerrijk (Perzisch koningshuis, 224-642)’. Hij beperkt zich daarbij niet tot het Zoroastrisme alleen maar betrekt daarbij ook de interactie tussen Zoroastristen, Christenen, Joden, Manicheeërs en Mandaeërs.
Prof. de Jong was voorzitter van de faculteit Geesteswetenschappen in Leiden toen daar de bijzondere Leerstoel Vrijmetselarij gevestigd was. Hij heeft intensief meegeholpen om een aanvaardbare oplossing te vinden voor de problematiek van de faculteit tijdens de financiële crisis aan het begin van het vorige decennium. De colleges die in die tijd zowel aan de Leidse universiteit als in Rotterdam gegeven werden hebben steeds, en dat geldt nog steeds, op zijn steun kunnen rekenen.
Enkele bekende publicaties van hem zijn:
Lit: ‘The First Sin: Zoroastrian Ideas about the Time before Zarathustra’, in: S. Shaked (ed.),
Genesis and Regeneration. Essays on Conceptions of Origins, Jeruasalem: The Israel Academy of Sciences and Humanities, 2005.
College 5 okt. 2022
Prof. Dr. G. van den Brink (1950) studeerde filosofie aan de Radboud Universiteit in
Nijmegen waar hij in 1978 cum laude afstudeerde. In 1995 promoveerde hij cum laude aan de Universiteit van Amsterdam op een historisch onderzoek naar de modernisering van het bestaan. Vervolgens deed hij sociaalwetenschappelijk onderzoek naar aspecten van de hedendaagse samenleving en schreef twee studies
daarover in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. In de studie ‘Schets van een beschavingsoffensief’ betoogde hij dat er, na periodes van tolerantie en vrijblijvendheid, vaak een periode volgt waarin de nadruk ligt op plichtsbesef en normhandhaving. Een dergelijke kentering is volgens hem de laatste jaren aan de orde.
In 2005 werd hij benoemd tot hoogleraar Maatschappelijke Bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg. Hij combineerde dat met een lectoraat aan de Politieacademie in Apeldoorn. Na zijn pensionering in 2015 is hij benoemd tot hoogleraar wijsbegeerte van het Centrum Ethos van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Hij concentreert zich daar op de integratie van de nieuwe biologische wetenschappelijke inzichten, onder andere de voortschrijdende evolutietheorieën, in de filosofische en maatschappelijke beschouwingen.
Lit: Ruw ontwaken uit de neoliberale droom, (2020), ISBN 97 890 446 4278 0
Heilige Geest (2018), ISBN 97 890 562 5506 0
De lage landen en het hogere (2012), ISBN 97 890 896 4358 2
College 19 okt. 2022
Mr. Boris Ottokar Dittrich (1955) studeerde Rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden en
vestigde zich in 1981 als advocaat in Amsterdam. Tussen 1989 en 1994 was hij rechter bij de rechtbank Alkmaar. Zijn politieke loopbaan begon in 1990. Van 1994-2006 was hij voor D66 lid van de Tweede Kamer, van 2003 tot 2006 de Politiek leider en Fractievoorzitter. Sinds 2019 is hij lid van de Eerste Kamer. Hij was als politicus zeer productief, onder andere zijn de wet tegen stalking, spreekrecht voor slachtoffers en afschaffing verjaringstermijn zware misdrijven, van zijn hand. Ook heeft hij zich intensief bezig gehouden met de euthanasiewetgeving en is hij een van de initiatiefnemers van het huwelijk tussen twee partners van hetzelfde geslacht, het zo genoemde homohuwelijk, dat in 2001 is ingevoerd.
Tussen 2007 en 2018 was Dittrich, eerst in New York en later in Berlijn, Global Advocacy Director van de LGBT rights-programma bij Human Rights Watch. Hij heeft zich daardoor wereldwijd kunnen inzetten voor de gelijkberechtiging en non-discriminatie van LHBT-ers. Hij is wereldwijd een graag geziene docent voor het geven van gastcolleges over mensenrechten.
Dittrich heeft zich ook intensief beziggehouden met de euthanasie-wetgeving. Hij stelt dat hij nog steeds achter die wet staat maar nog steeds niet uitgedacht is over de rol van de wilsverklaring en over het “klaar-met-het-leven-verhaal”. Hij noemt het ingewikkelde materie waarbij zorgvuldigheid altijd voorop moet blijven staan en waar in de maatschappij helaas te weinig over gesproken wordt.
Lit. Dittrich is schrijver van een groter aantal boeken oa over politiek, Human Rights Watch en een aantal thrillers. In “Terug naar Tarvod” (2020), een roman over het leven in een kibboets in 1977, vertelt hij heel open over euthanasie in verband met het overlijden van zijn moeder. ISBN 97 890 263 5112 9
(zie ook www.borisdittrich.nl)
College 2 nov. 2022
Drs. Rik Roelfzema (1954) studeerde in Nijmegen filosofie, vergelijkende
godsdienstwetenschappen, culturele antropologie en maatschappijgeschiedenis en in Buffalo USA creativiteitstechnieken. Hij schrijft zeer uiteenlopende artikelen in kranten/tijdschriften over filosofie, psychologie, popmuziek, architectuur, industrieel design, ethiek, huisinrichting, merkenmanagement, flirten, liefde en de periode 1940-1945. Op internet wordt hij gerekend tot een van de vier bekendste
flirtcoaches van Nederland. Naar aanleiding daarvan maakte hij korte televisieonderdelen over de verschillen tussen mannen en vrouwen. Tevens begeleidt hij mensen die hun relatie nieuw elan willen geven. Lezingen en coaching over liefde, het zoeken en vinden van een goede relatiepartner zijn een logisch gevolg. Gedurende een oneindig aantal decennia doceerde hij filosofie, psychologie, trendwatching, beleveniscommunicatie, evenementenindustrie, gesprekstechnieken, creativiteitstechnieken en techniekfilosofie [robotica] aan onderwijsinstellingen in Rotterdam en Den Haag. Door al de jaren in het onderwijs zag hij hoe studenten vaak de verkeerde opleidingen kozen en niet ontdekten, of niet luisterden
naar hun passies. De laatste vijftien jaar geeft hij lezingen over en coacht hij leerlingen/studenten in het vinden van hun passie.
Om meer te weten over de lezingen en artikelen, klik dan op www.rikroelfzema.nl en ga naar “Alles over mijn publicaties”.
College 16 nov. 2022
Drs. Dick A. Kruijssen (1942) studeerde medicijnen in Utrecht en Rotterdam en
specialiseerde zich in de cardiologie. Naast zijn praktijk als cardioloog was hij bestuurlijk actief oa. als directeur van de Stichting Cardiologische Research, van een congres organisatiebureau en als voorzitter van de Revalidatiecommissie van de Nederlandse Hartstichting. Hij was (mede-) schrijver van een aantal medisch wetenschappelijke artikelen en boeken. Van 1996 tot 2004 was hij actief als Universitair
Hoofddocent en als coördinator van het cardiologisch onderwijs aan het Erasmus Medisch Centrum.
Van 2006 - 2012 was hij lid van het Hoofdbestuur van de Orde van Vrijmetselaren. Ook is hij lid geweest van de Opperraad van de Schotse Ritus en de Commissie Vormen, Gebruiken en Ritualistiek. Hij is al jaren actief in de overdracht van maçonnieke kennis. In 2007 is hij benoemd tot lid van het curatorium dat de Bijzondere Leerstoel Vrijmetselarij aan de Leidse Universiteit begeleidde. Na het overlijden van de
hoogleraar Prof Malcolm Davies in 2009 heeft hij, op verzoek van het Hoofdbestuur van de Orde, de bestuurlijke taken van de Leerstoel en de organisatie van de Leidse colleges waargenomen. De begeleiding van de opheffing van de Leerstoel binnen de door financiële problemen geplaagde Faculteit Geesteswetenschappen, in 2015 geëffectueerd, was een van zijn hoofdtaken. Het betekende tevens het einde van de Leidse colleges waardoor de in 2011 opgerichte Rotterdamse colleges de toekomst van de wetenschappelijke kant van de vrijmetselarij zijn gaan waarborgen. Om de continuïteit in wetenschap, educatie en scholing van loge-functionarissen te verzekeren was inmiddels door hem het initiatief genomen om een Kenniscentrum van de Orde op te richten. Dat initiatief is in januari 2011 door het Hoofdbestuur geaccrediteerd. In 2014 is het centrum omgedoopt tot Instituut Maçonnieke Vorming, op het Grootoosten van 2016 is besloten de wetenschappelijke vorming af te splitsen van de andere
​
​
​
​